Meerjarig Onderhoudsplan (MOP) Mobiliteit

In deze paragraaf worden de onderhoudsactiviteiten beschreven waarvan is voorzien dat ze in 2021 worden gerealiseerd. Voor de doorkijk voor de jaren 2022, 2023 en 2024 worden de verwachte onderhoudskosten vermeld. De onderhoudsactiviteiten voor deze jaren zijn nog in voorbereiding en daardoor nog niet volledig afgebakend.

Kunstwerken

Vaste kosten Kunstwerken
Ten opzichte van 2020 is er een stijging in de kosten voor vast onderhoud. Dit komt hoofdzakelijk omdat vanaf 2021 de budgetten voor onderhoud en bediening van 4 sluizen én de bruggen in het Merwedekanaal bij de asset Kunstwerken ondergebracht is (samen ruim 1 mln).
Verder omvat het vast onderhoud de bediening van de overige 7 beweegbare bruggen, onderhoudscontracten voor diverse disciplines zoals pompinstallaties, faunapassages, hydrauliek, mechaniek, etc. en meerjaren onderhoudscontracten.

Variabele kosten Kunstwerken   

Inspectie kunstwerken
Alle kunstwerken worden eens per vijf jaar technisch en elk kwartaal functioneel geïnspecteerd.
Deze inspecties vormen de basis voor de ‘meer jaren onderhoudsplanning’. Tijdens de vijf jaarlijkse inspectie worden de onderhoudsmaatregelen voor de komende 10 jaar bepaald. Met de inspecties per kwartaal wordt deze planning geactualiseerd. Waar mogelijk wordt afgestemd met de trajectaanpak.
De onderhoudsplanning is gebaseerd op de inspectie van 2015. Eind 2020 is de vijfjaarlijkse inspectie afgerond en geeft een nieuw inzicht in de conditie van het areaal. Grote wijziging in de onderhoudsplanning worden echter niet verwacht.

Onderhoud kunstwerken
Variabel onderhoud bestaat onder andere uit betonreparaties, schilderwerkzaamheden, vervangen geleiderail, rasters en oeverconstructies.
In 2021 worden voornamelijk schades voorvloeiend uit de inspectie van 2020 herstel en wordt periodiek onderhoud uitgevoerd. Daarnaast geven we een vervolg aan het opnieuw verzinken van bestaande geleiderail op meerdere locaties.   
Onderhoud aan de kunstwerken in het Merwedekanaal wordt uitgevoerd door provincie Zuid-Holland. Vooraf is een kostenraming gedeeld. Tijdens de uitvoering bewaakt de assetbeheerder kunstwerken de financiële voortgang en de geleverde kwaliteit.   

Aanpassing beweegbare bruggen
In 2018 is gestart met het aanpassen van de beweegbare bruggen, voor vernieuwing van de bediening op afstand. De werkzaamheden zijn naar verwachting eind 2020 gereed. Er is nog geen nieuwe bedienlocatie bekend. Voor 2021 is geld gereserveerd om de bruggen specifiek aan te passen op de nog te bepalen bedienlocatie.

Onderzoek verontreinigde bouwstoffen
Verontreinigde bouwstoffen krijgen speciale aandacht, voordat er aan kunstwerken gewerkt zal worden wordt de aanwezigheid van Chroom 6 en asbesthoudende materialen onderzocht. De resultaten van deze onderzoeken worden vastgelegd in ons Asset management beheerssysteem bij het betreffende onderdeel van het object. Op deze manier ontstaat een zo volledig mogelijk beeld van de aanwezigheid van verontreinigde stoffen per object. Bij onderhoud aan een object waar Chroom6 aanwezig is hanteren wij het beheersregime van Rijkswaterstaat.

Doorkijk 2021-2024
Totale kosten variabel onderhoud 2023 vallen lager uit, dit komt omdat er geen onderhoud aan de kunstwerken in het Merwedekanaal gepland is ten opzichte van andere jaren.
De beweegbare bruggen zijn 2021 elektromechanisch gerenoveerd en aangesloten op een nieuwe bediencentrale. De onderhoudskosten vallen daardoor lager uit, wel is er een kans op kinderziektes welke niet te voorzien zijn.


Verharding

Vaste kosten verharding   
Het dagelijks onderhoud van de ruim 600 kilometer hoofdwegen, parallelwegen en fietspaden valt onder de vaste onderhoudskosten. Het betreft onder andere de kosten voor het jaarlijks onderhoud aan de wegmarkering. Voor de dagelijkse onderhoudswerkzaamheden aan de provinciale wegen wordt gebruik gemaakt van het zogenaamd beeldbestek. De wegen dienen te voldoen aan minimaal beeldkwaliteit B. Het betreft hier vaste, meerjarige contracten waarbij de kosten jaarlijks gelijk blijven.

Variabele kosten verharding   
Ook in 2021 zullen er op diverse provinciale wegen grote onderhoudswerkzaamheden plaatsvinden.
De kosten voor de inventarisatie en het onderhoud van riolering zijn variabel. De provincie is bezig de kwaliteit van de riolering in beeld te brengen. Waar mogelijk worden onderhoudswerkzaamheden aan de riolering gecombineerd met de werkzaamheden aan de verharding om zo de overlast en onnodige kosten tot een minimum te beperken.    

  
Wegmeubilair

Vaste kosten wegmeubilair   
Beeldbestek
Het dagelijks onderhoud van wegmeubilair is opgenomen in het beeldbestek en laten een stabiel kostenplaatje zien.

Variabele kosten wegmeubilair   
In 2021 zal een deel van de verkeersborden moeten worden vervangen omdat deze aan het eind van hun technische levensduur zijn. In 2021 zullen er ook een aantal fietsoverkappingen vervangen worden. Daarnaast zullen er door de keuze van een nieuw soort prestatiecontract voor dagelijks onderhoud de variabele kosten licht stijgen doordat een aantal onderdelen op afroep worden uitgevoerd en niet afgeprijsd zijn in het contract

Vaste baten wegmeubilair
Abri’s
De provincie Utrecht heeft de abri’s ondergebracht in een contract waarbij de provincie geld ontvangt voor de reclame-uitingen in abri’s (bushokjes). De inkomsten vanuit deze reclame-uitingen zijn hoger dan de kosten voor het onderhoud van de abri’s.   

Groen

Vaste kosten groen   
Boomveiligheidscontroles: De wettelijk verplichte periodieke boominspecties en het uitvoeren van het daaruit volgende onderhoudsadvies zijn onderdeel van de vaste kosten.    
Daarnaast vindt er dagelijks onderhoud plaats aan de bermen, bermsloten, hagen etc.
De bermen langs de provinciale wegen worden periodiek gemaaid en onderhouden.
Ecologisch bermbeheer: Vanaf 2020 is in navolging van de afspraken in het coalitieakkoord een upgrade van het ecologisch maaibeleid doorgevoerd. Hierbij wordt zo veel mogelijk insectenvriendelijk gemaaid volgens de “Kleurkeur” methode, ontwikkeld door de vlinderstichting, waarbij optimaal rekening wordt gehouden met de balans tussen verkeersveiligheid en het welzijn van flora en fauna. De kosten voor deze werkzaamheden worden hierdoor structureel hoger dan genoemd in het MOP van 2019.
Baggeronderhoud bermsloten: Voor het baggeren van bermsloten worden we vaker aangeschreven door het waterschap. Meer waterschappen gaan actief de schouwsloten op waterdiepte schouwen met extra aanschrijvingen tot (verplicht) baggeren als gevolg. De kosten voor deze werkzaamheden worden hierdoor structureel hoger dan genoemd in het MOP van 2019.

Eikenprocessierups: Sinds 2004 bestrijdt de provincie Utrecht jaarlijks de eikenprocessierups langs haar wegen. Door de optimale weeromstandigheden was er in 2019 sprake van een forse toename in het aantal nesten van de eikenprocessierups. De toename heeft zich in 2020 doorgezet en het ziet er naar uit dat dit voor 2021 en de komende jaren voorlopig zo zal blijven. Eind maart 2020 heeft GS beleid voor de bestrijding van de eikenprocessierups vastgesteld. Hierbij is bepaald dat er op risicolocaties preventief wordt gespoten met een bacterieel middel en dat resterende nesten, waar deze hinder veroorzaken, worden weggezogen. De totale inzet is fors toegenomen. De kosten voor deze werkzaamheden zijn hierdoor hoger dan genoemd in het MOP van 2019.
Het preventief spuiten staat momenteel ter discussie om de nevenwerking op overige soorten. Eind 2020 vindt er een evaluatie plaats van de bestrijdingsmethode
Variabele kosten groen   

Essentaksterfte: De provincie Utrecht heeft ca. 5000 Essen in beheer, waarvan het grootste gedeelte last heeft van essentaksterfte. Deze ziekte zorgt ervoor dat takken van de es afsterven (en uiteindelijk de hele boom) en daardoor een mogelijk gevaar opleveren voor weggebruikers. Deze essen hebben extra onderhoud nodig, waarbij onder andere de dode takken worden gesnoeid en zo nodig de gehele boom wordt geveld en vervangen door een andere boomsoort.
Inmiddels is gebleken dat gehele essenbospercelen langs de N230 zijn afgestorven en vervangen dienen te worden. Voor deze vervanging zal een nieuw beplantingsontwerp moeten worden gemaakt wat past binnen de landschappelijke wensen en mogelijkheden.

Verkeersmanagement (inclusief Verkeersregelinstallaties)

Vaste kosten verkeersmanagement en verkeersregelinstallaties
Verkeersmanagement
Alle wegkantsystemen waarmee verkeer gestuurd, geleid of gemonitord kan worden zijn ondergebracht binnen de asset verkeersmanagement.. Ook de bewegwijzering, de blauwe borden en pijlen rondom een kruispunt, vallen hieronder. De diverse systemen dienen om de verkeersveiligheid, bereikbaarheid en leefbaarheid te handhaven en waar mogelijk te verbeteren. De provincie Utrecht beschikt hiervoor over een verkeersmanagement centrale, van waaruit diverse wegkantsystemen kunnen worden uitgelezen en in samenwerking met de regiodesk van Rijkswaterstaat direct kunnen worden bediend.

Intelligente verkeersregelinstallaties (i-VRI):
Afgelopen jaren zijn meerdere verkeerslichten op de N201, N212, N227, N234 en N415 omgebouwd tot intelligente verkeersregelinstallaties (iVRI’s).Deze iVRI’s kunnen communiceren met voertuigen of met C-ITS apps (Cooperative Intelligent Transport Systems). C-ITS biedt kansen op het efficiënter gebruik maken van de bestaande infrastructuur. Komende periode zullen steeds meer VRI’s omgebouwd worden tot iVRI’s. Door de komst van iVRI’s zullen de beheerkosten wel toenemen.

VM-Diensten
De wereld van verkeersmanagement is op dit moment erg snel in ontwikkeling. Om deze ontwikkelingen bij te houden is het soms verstandiger om als provincie zijnde geen extra fysieke assets aan te schaffen en in beheer te nemen maar om deze als dienst uit te vragen. Denk hierbij aan middelen om verkeersdata te verzamelen. In overleg met het uitvoeringsprogramma Smart Mobility kunnen zij hierbij ontzorgd worden.

Vaste baten verkeersmanagement en verkeersregelinstallaties
Baten verkeersregelinstallaties
Als een VRI (verkeersregelinstallaties) aansluit op één of meerdere wegen van een andere wegbeheerder worden de onderhoudskosten van de VRI naar rato verdeeld over de betrokken wegbeheerders. Dit heet ook wel de poten-theorie. Ook zijn er afspraken over het eigendom en beheer van de VRI. Deze verdeling van kosten zorgt voor baten bij de provincie Utrecht. Incidenteel komt deze situatie ook andersom voor, waarbij de provincie Utrecht bijdraagt aan de installatie van een andere wegbeheerder.

Variabele kosten verkeersmanagement en verkeersregelinstallaties
De komende jaren worden onderdelen van diverse VRI’s vervangen in verband met de ‘einde levensduur’. Hierbij worden de verkeerslichten direct geschikt gemaakt voor de toekomst door ze iVRI-ready op te leveren.

Openbare verlichting (OVL)

Vaste kosten openbare verlichting
Ambitie
De ambitie voor openbare verlichting ligt vast in beleid “donker waar het veilig kan, licht waar nodig”. Daarmee wordt een bijdrage geleverd aan de verbetering van de verkeersveiligheid, sociale veiligheid, toegankelijkheid van het openbaar vervoer en comfort van de weggebruiker.    

Energietransitie
Er is een verdere stijging van het aantal energiezuinige lichtbronnen en het inzetten van slim energiemanagement. De beheeropgave kan niet los worden gezien van de bijdrage die wordt geleverd aan de energietransitie en de duurzaamheid van de openbare verlichtingsinstallaties.
De doelstelling van 20% energiebesparing in 2021 wordt daarmee behaald.   

Integraal Prestatie Contract (IPC)   
De provincie Utrecht heeft het onderhoud van de OVL ondergebracht in een Integraal Prestatie Contract, het IPC. Door te kiezen voor deze contractvorm nemen de kosten voor de provincie Utrecht toe. Hier tegenover staat dat er gestuurd kan worden op het sneller afhandelen van afwijkingen (storingen), waardoor de verkeersveiligheid en het gevoel van sociale veiligheid toeneemt.   

Variabele kosten openbare verlichting
Het variabel onderhoud bestaat grotendeels uit het vervangen van Armaturen en masten. In 2022 en 2023 worden een aantal schakelkasten vervangen.

Vaarwegen

Vaste kosten vaarwegen
Een deel van de kosten heeft te maken met de jaarlijkse bijdrage aan de provincie Zuid-Holland en de waterschappen AGV, HDSR en Rivierenland. Zij voeren het gemandateerde vaarwegbeheer en het nautisch beheer uit op de Kromme Mijdrecht, Grecht en Linge. Daarnaast valt het reguliere onderhoud van nautische voorzieningen, zoals afmeerpalen, stijgers, bebording, bakens en lichtseinen van de vaarwegen hieronder.

Variabele kosten vaarwegen   

Rivier de Eem en Merwedekanaal
Voor het bepalen van de onderhoudsmaatregelen aan de Eem wordt geschouwd en gericht geïnspecteerd. Zo wordt de bevaarbaarheid van de Eem voor vrachtschepen tot 1.000 ton jaarlijks gecontroleerd. Voor het Merwedekanaal geldt dat de bevaarbaarheid van schepen tot 1750 ton wordt gecontroleerd.

Met de gemeente Amersfoort en het waterschap Vallei en Veluwe zijn afspraken gemaakt over taken en de verdeling van kosten. Hierbij is het uitgangspunt de gezamenlijke meerjarenplanning voor het verwijderen van bagger en het vervangen van oevers. Deze afspraken zijn vastgelegd in een overeenkomst. Met de gemeente Amersfoort en het waterschap Vallei en Veluwe is ook een meerjarenraming afgesproken. Deze raming kent een planning tot en met 2020.Calamiteiten en onvoorziene omstandigheden zijn niet in deze raming verwerkt. Nieuwe afspraken met betrekking tot een nieuwe meerjarenraming tussen de gemeente Amersfoort en het waterschap Vallei en Veluwe zullen in 2020 worden gemaakt.   

Merwedekanaal
Door de gemeentelijke herindeling per 2019 is een groter deel van het Merwedekanaal op Utrechts grondgebied komen te liggen. De provincie Zuid-Holland is door de provincie Utrecht gemandateerd voor het onderhoud, beheer, ontheffing en vergunningverlening, totdat er nieuwe afspraken zijn gemaakt. De kosten worden verdeeld aan de hand van een verdeelsleutel.
Op dit moment wordt zowel op ambtelijk als bestuurlijk niveau gesproken over het beheer en onderhoud in de toekomst.    

De Linge
Door dezelfde herindeling als bij het Merwedekanaal komt ook een gedeelte van de rivier de Linge op Utrechts grondgebied. De provincie Zuid-Holland betaald tot en met het jaar 2020 een bijdrage aan het waterschap Rivierenland. Met ingang van 2021 zal de provincie Utrecht dit overnemen. Daar moet nog een bestuurlijke overeenkomst, inclusief een financiële paragraaf worden gesloten.

Asset overstijgende kosten

Asset overstijgende kosten
Alle onderhoudskosten worden zoveel mogelijk toegerekend aan de eerder beschreven assets. De asset overstijgende kosten zijn kosten die niet zuiver aan een specifieke asset kunnen worden toegeschreven, zoals de kosten van het beheermanagementsysteem iASSET, waarin alle informatie over alle assets actueel wordt bijgehouden. Andere voorbeelden zijn advieskosten, communicatie, verzekeringen en de voer- en vaartuigen.
In de categorie asset overstijgende kosten zijn ook kosten opgenomen die om andere redenen apart worden geregistreerd. Gladheidsbestrijding is hier een voorbeeld van omdat hiervoor een aparte bestemmingsreserve is ingericht.   

Leasekosten dienstvoertuigen
Voor de werkzaamheden van team BEM zijn goed uitgeruste dienstvoertuigen noodzakelijk. Deze voertuigen worden ingezet bij calamiteiten en ongevallen op provinciale wegen. Ook de veiligheidsschouw wordt met deze voertuigen uitgevoerd. Om al deze werkzaamheden zo veilig mogelijk te maken voor de weginspecteur zijn deze voertuigen uitgerust met onder andere zwaailichten en een digitaal verkeersbord (DRIP). Ook zijn er diverse materialen aanwezig om noodzakelijke (spoed)werkzaamheden te kunnen uitvoeren, denk hierbij aan verkeerskegels en middelen om het wegdek te reinigen.

Baten uit verhuren grond ten behoeve brandstofverkooppunten
Langs de provinciale wegen zijn verschillende brandstofverkooppunten. Een deel van deze verkooppunten bevinden zich op grond die eigendom is van de provincie Utrecht. Voor het gebruik van deze grond draagt de uitbater van het verkooppunt huur af aan de provincie Utrecht. Door veranderingen in de gebruikte brandstoffen en de toename van elektrische voertuigen is de verwachting dat de inkomsten uit deze huren op termijn terug zullen lopen. De huren zijn namelijk gebaseerd op de omgezette hoeveelheden verkochte liters motorbrandstoffen.