Voor u ligt een van de belangrijkste financiële stukken van het jaar: de programmabegroting voor 2021. De begroting is van belang, omdat de financiële plannen namelijk niet alleen gaan over de droge optelsom van uitgaven en inkomsten van de provincie Utrecht. De begroting geeft meer dan in voorgaande jaren ook een beeld van de toekomst ná 2021 en wat de provincie daarin wil betekenen voor inwoners, bedrijven, organisaties en natuur.
Juist dat toekomstbeeld is de laatste maanden onzekerder geworden. Begin van dit jaar kon niemand vermoeden welke epidemie de provincie Utrecht, Nederland en Europa en de rest van de wereld te wachten stond. De crisis die uit deze onzekerheid voortkomt, heeft voor komend jaar – en misschien wel voor komende jaren veel uitgangspunten, verwachtingen en zekerheden op losse schroeven gezet. Zo zien wij en u zich gesteld voor nieuwe vragen. Wat betekent de corona-epidemie voor gezond leven in een stedelijke omgeving? Welke gevolgen hebben de coronamaatregelen op de ambities voor wonen en werken? Hoe kunnen wij ons voorgenomen beleid uitvoeren? Wat kan of moet juist nu versnellen, of moeten wij faseren of niet meer doen? Wat betekent het sociaal gezien voor mensen? Voor de inwoners van Utrecht, maar ook voor onze medewerkers?
Juist in deze onduidelijke situatie neemt het bestuur verantwoordelijkheid; door duidelijkheid, zekerheid en lijnen te bieden. Deze begroting biedt zekerheid door waar mogelijk, vast te houden aan de eerder uitgesproken ambities in het coalitieakkoord ‘Nieuwe Energie voor Utrecht” en deze verder uit te voeren. Daarnaast biedt de programmabegroting 2021 ook voldoende zekerheid om te kunnen omgaan met nog niet strak omlijnde ontwikkelingen op korte en lange termijn. En deze begroting biedt zichtlijnen voor de langere termijn. Kortom; in de begroting die voor u ligt, worden zowel korte als lange termijn gecombineerd met bestaande plannen en flexibiliteit.
De combinatie van het blijven uitvoeren van de afgesproken plannen maar met voldoende ruimte voor aanpassing en vernieuwing waar dat nodig is, dwingt ons allen niet alleen te kijken naar de financiën van komend jaar maar ook naar het financiële beleid voor de periode daarna. Het meerjarenbeeld bij deze begroting biedt deze mogelijkheid.
Dit bredere, lange termijnperspectief laat de programmabegroting zien die nu voor u ligt.
College van Gedeputeerde Staten van Utrecht Utrecht, 30 september 2020