“Juist als we te maken krijgen met plotselinge schokken is het zaak rekening te houden met de lange termijn”, zei Koning Willem-Alexander bij het uitspreken van de troonrede afgelopen 15 september. Deze zin sluit goed aan bij de geest waarin deze Programmabegroting 2021 is opgesteld.
Dat er, al dan niet plotseling, schokken door onze samenleving gaan, is niemand ontgaan. Het afgelopen jaar staat in het teken van een aantal ontwrichtende ontwikkelingen. Eerst was er de rechtelijke uitspraak rondom stikstofoxiden en ammoniak. Daarna werden we geconfronteerd met de uitbraak van het coronavirus en de ‘intelligente lockdown’, een ongekende maatregel die de samenleving grotendeels heeft stilgelegd. Beide gebeurtenissen hadden – en hebben – een immense weerslag op onze inwoners en economie, en zullen dat ook in de toekomst hebben.
Wat de effecten op de samenleving zijn in 2021, is nog hoogst onzeker. Ook voor onze samenwerkingspartners. Lagere overheidsinkomsten zijn te verwachten, maar het is nog te vroeg om de omvang ervan betrouwbaar te bepalen. Bruikbare rekenmodellen en data hiervoor ontbreken – zo uitzonderlijk is de situatie. Dit in ogenschouw nemend hebben we opnieuw gekeken naar onze plannen en ambities in 2021. Het resultaat is een sluitende programmabegroting die ter besluitvorming wordt voorgelegd aan uw Staten.
Hoewel de wereld er wezenlijk anders uitziet dan een jaar geleden, houden we vast aan de ambities die geformuleerd zijn in het coalitieakkoord – een belangrijk uitgangspunt. In de overtuiging dat deze thema’s niets aan urgentie hebben ingeboet, zetten we in op vergroening, biodiversiteit, energietransitie, circulariteit, klimaatadaptie, duurzame mobiliteit, gezonde leefomgeving, meer betaalbare woningen, een aantrekkelijk cultureel leven en een gezonde en sociale economie. Datzelfde geldt voor de concernbrede opgaven die we als provincie hebben geformuleerd en die dwars door alle portefeuilles heen lopen. Dus gaan we onverminderd door met de uitvoering van onze Sociale Agenda, met als doel veerkracht, inclusiviteit en participatie van kwetsbare groepen te versterken en eenzaamheid, discriminatie en laaggeletterdheid te bestrijden. We blijven onverminderd de transitie naar een circulaire en klimaatneutrale samenleving steunen, en verankeren dit breed in onze organisatie. We blijven werken aan een slimmere manier van werken door onze provincie digitaal slagvaardiger te maken, als middel om ons werk te verbeteren, burgers beter te bedienen en onze middelen gerichter in te zetten. En ook met de geplande organisatorische vernieuwingen en aanpassingen waarmee we onze organisatie versterken, gaan we onverkort door.
Alle plannen realiseren in 2021 zal waarschijnlijk niet mogelijk zijn. Daarvoor zijn er te veel onzekerheden. Gaande de uitvoering zal duidelijk worden of ergens extra inzet of ondersteuning nodig is, of dat activiteiten onhaalbaar blijken of vertraging ondervinden. Dat zal effect hebben op de inzet van capaciteit en/of cofinanciering. Wendbaar inspelen op veranderingen vereist een adaptieve meerjarenbegroting. Een begroting die ruimte biedt om tussentijds bij te sturen en met voldoende weerstandsvermogen om risico’s op te vangen. Een begroting die rekening houdt met de plotselinge schokken, maar oog houdt voor de lange termijn. Ambitieus, maar met realiteitszin.
Daarom hebben wij flexibiliteit ingebouwd en gaan we uit van een neerwaartse bijstelling van de materiële budgetten van 2%, een maatregel die in de loop van het jaar wordt ingevuld. De financiële steun en adaptieve uitgaven in het kader van de coronacrisis zullen de incidentele uitgaven in 2020 en 2021 opstuwen. Voor de ondersteuning van de culturele sector bijvoorbeeld is bij de zomernota 2020 een bedrag van €6 miljoen vrijgemaakt. Ook de mogelijke extra lasten voor het openbaar vervoer kunnen substantieel zijn. Door een daling van het aantal reizigers staat de exploitatie onder druk.
Er dienen zich echter ook kansen aan. Deze economische luwte biedt gelegenheid tot een versnelde overdracht van arbeid naar werk-vragende sectoren, en het explosief gegroeide thuiswerken kan leiden tot minder piekbelasting in het verkeer. Onvoorziene kansen, die wellicht nopen tot een aanpassing van plannen en middelen. Herprioritering van bestaande uitgaven is voor het college in dit kader de aangewezen weg. Omdat de gevolgen van de coronacrisis nu nog niet te overzien zijn, maken we een zogeheten coronareserve vrij van 15 miljoen euro, die we als er goede plannen zijn kunnen benutten. Tegelijk zorgt een meer gebundelde, gebiedsgerichte inzet van programmabudgetten en een verdere stroomlijning van bedrijfsvoeringsprocessen voor efficiencywinst en een vitaler, wendbaarder organisatie.
Bij dit alles pakken we onze rol als middenbestuur. Integraal werken en afstemming met alle relevante beleidsvelden en partners is onze basishouding. We weten wat in de regio’s en gemeenten speelt en voeren regie om samen met onze partners tot oplossingen te komen. Ook onderhouden we een actief netwerk met andere provincies en zeker ook met de ministeries, om de vraagstukken van nu en in de toekomst slagvaardig te kunnen aanpakken.
***
Voorliggende begroting is een sluitende begroting voor 2021 en een financiële doorkijk tot en met 2024. Het begrotingsjaar 2021 sluit na verrekening met de reserves met een positief begrotingssaldo van € 3,2 miljoen. Dit saldo is conform het financieel beleid toegevoegd aan de Saldireserve waardoor het saldo van de begroting 2021 nihil is.
Ondanks alle onzekerheden is en blijft de financiële positie van de provincie solide. We hebben voldoende inkomen en reserves om de collegeambities in de toekomst te realiseren en beschikken over een buffer om onvoorziene uitgaven en risico’s op te vangen.
In de volgende hoofdstukken geven wij graag inzicht in de uitgangspunten en kaders die we hanteren en welke maatregelen en besluiten reeds in het beeld zijn verwerkt. In het vervolg van dit hoofdstuk leest u per beleidsprogramma een toelichting op de beleidsvoornemens en overige ontwikkelingen.