Hoofdstuk 1: Hoofdlijnen

Belangrijkste ontwikkelingen in 2021

Een fijne en gezonde leefomgeving

  • Ruimtelijke ontwikkeling

Een provincie waar iedereen prettig en gezond kan wonen, werken en leven, en waar de maatschappelijke ontwikkelingen in goede balans zijn met de Utrechtse kwaliteiten. Dat is het doel waar we bij ruimtelijke ontwikkeling voor gaan.

Om te kunnen groeien én de kernkwaliteiten van Utrecht te behouden, moeten de ontwikkelingen van ons stedelijk en landelijk gebied gecontroleerd en in onderlinge samenhang plaatsvinden. Dit vraagt om visie en duidelijke provinciale ambities inzake duurzame energie, wonen en werken, bereikbaarheid, groenontwikkeling landbouw, cultuurhistorie, bodem- en waterkwaliteit, natuur, recreatie en toerisme, gezonde en veilige leefomgeving, circulariteit en klimaatadaptatie. Met de vaststelling in 2021 van de Omgevingsvisie en Interim Omgevingsverordening zetten we een belangrijke stap in de integrale aanpak van de maatschappelijke opgaven in de fysieke leefomgeving. Voor ieder programma vindt jaarlijkse tot tweejaarlijkse monitoring plaats om te kunnen bepalen of de (tussen)doelen tijdig worden bereikt. In 2021 gaan we de afstemming tussen de programma’s versterken. Waar mogelijk leidt dat tot minder programma’s. Het vergroot de onderlinge samenhang en resulteert in een logische en open programmastructuur die samenhangt met de visie en verordening.

De Omgevingswet vraagt een manier van werken die meer is afgestemd op de gebruiker. In de nauwe samenwerking met gemeenten en waterschappen geven wij meer ruimte aan de regionale opgaven door een flexibeler aanpak van regionaal programmeren, bijvoorbeeld op het gebied van wonen en werken voor de regio’s Amersfoort, Foodvalley en U16. Hiermee introduceren we een nieuwe systematiek. Regionale programmering vergroot de mogelijkheid om beter en flexibeler in te spelen op maatschappelijke ontwikkelingen en de daarmee samenhangende behoefte. Tegelijk zorgt het voor een koppeling van andere belangen, zoals het meeontwikkelen van groen en klimaatadaptief bouwen.

De woningbouwopgave in onze regio is enorm, op korte én op lange termijn. Als het gaat om passende woonruimte die aansluit bij de woningbehoefte in de provincie, doen we veel: verbinden, signaleren, kennis leveren, barrières wegnemen, procedures verkorten, etc. En we reguleren, bijvoorbeeld door te zorgen voor voldoende betaalbare woningen, klimaatbestendige wijken en groen. Onze in het Coalitieakkoord geformuleerde ambitie om 10.000 woningen per jaar te realiseren (waarvan minstens de helft in het sociale en middeldure segment), geven wij vorm met het nieuwe uitvoeringsprogramma Versnelling Woningbouw 2021 t/m 2024. Dit ondersteunen we met regionaal programmeren. We pakken hiermee een agenderende, stimulerende en faciliterende rol. We gaan proactiever opereren, meer menskracht en middelen beschikbaar stellen en het netwerk verder verstevigen. Dit om snel te kunnen anticiperen op veranderingen en tot resultaten te komen voor alle Utrechters. Gezien de onzekerheden die er spelen – corona, stikstof, PFAS – is een regionale aanpak en een steviger regierol voor de provincie belangrijk.

Mooie natuur, een duurzame landbouw en schoon water

  • Landelijk gebied

Natuur is belangrijk voor het welzijn van mensen en de biodiversiteit in de provincie. Natuur levert gezonde lucht en schoon water, herbergt zeldzame en bedreigde soorten en maakt mensen bovendien gezonder. Behoud en ontwikkeling van het groen in onze provincie vinden wij daarom belangrijk. We continueren de realisatie van het Natuurnetwerk Nederland (NNN) en komen met een plan voor een versnelde realisatie van de groene contour. Om de biodiversiteit te versterken, werken we samen met onze partners aan kwaliteitsverbetering van de natuur. Tegelijk stimuleren en ondersteunen we de inzet van vrijwilligers en blijven we inwoners betrekken bij het natuur- en landschapsbeheer.  Voor de opgaven in het landelijk gebied stellen we in 2021 een nieuw uitvoeringsprogramma op.

De stikstofproblematiek heeft onverminderd onze aandacht. De rapportages van de onafhankelijke commissies Remkes en Hordijk zijn opgeleverd en het Rijk heeft de eerste stappen vormgegeven richting een nieuwe structurele aanpak die moet leiden tot depositiedaling, natuurversterking en ruimte voor ontwikkeling. Het provinciale deel van die structurele aanpak richt zich op reductie van stikstof en natuurverbetering in en rondom stikstofgevoelige natuurgebieden. De gebiedsgerichte aanpak die in 2020 van start is gegaan, krijgt in 2021 steeds meer vorm en gaat de eerste resultaten opleveren. De gebiedsprocessen moeten leiden tot concrete voorstellen.

De landbouwsector speelt een cruciale rol bij meerdere maatschappelijke opgaven. Denk aan bodemdaling, verduurzaming en versterking van biodiversiteit. We realiseren ons dat dit alleen mogelijk is op basis van een rendabele bedrijfsvoering. Wij gaan aan de slag om samen met de sector en andere partners de omslag te maken naar kringlooplandbouw: duurzaam, natuurinclusief en economisch toekomstbestendig. Daarbij willen we ook de verbinding tussen stad en land en boer en consument versterken.

Een gezonde, klimaatbestendige en veilige leefomgeving

  • Bodem, water, milieu

In ons beleidsprogramma Gezonde en Veilige Leefomgeving 2022-2026 werken we onderwerpen uit zoals een gezonde leefomgeving (luchtkwaliteit, geluid, duurzame gebiedsontwikkeling, asbestreductie), maar wordt ook een veilige leefomgeving (vergunningen, toezicht, handhaving) meegenomen. Daarnaast komen actuele zaken zoals de langetermijninvloed van corona en de stikstofaanpak aan bod. Een breed palet aan onderwerpen.

Om de regio Utrecht te beschermen tegen overstromingen voeren de waterschappen dijkversterkingsprojecten uit langs de Nederrijn en de Lek, de primaire keringen. De provincie voert hierbij haar taak uit als bevoegd gezag. In 2021 wordt er een goedkeuringsbesluit gevraagd voor het projecten Salmsteke en Vianen Hazelaar-plein. Daarnaast werken we aan de kleinere, regionale keringen. In 2021 voldoet 90% van de regionale waterkeringen aan de veiligheidsnorm. In 2021 gaan we verder met de uitvoering van het programmaplan Mooie en veilige dijken. Samen met de waterschappen, gemeenten, Rijkswaterstaat en overige gebiedspartners werken we aan de verbetering van de omgevingskwaliteit bij de projecten van Sterke Lekdijk, de Grebbedijk en SAFE (Streefkerk-Ameide-Fort Everdingen).

Waterveilig betekent ook klimaatbestendig. De negatieve effecten van klimaatverandering nemen sterk toe in alle
economische sectoren, zowel op de lange als op de korte termijn. Extra inzet en investeringen zijn nodig om deze effecten te verminderen. Onze ambitie is glashelder: in 2050 is de provincie Utrecht klaar om de gevolgen van klimaatverandering, zoals wateroverlast, droogte, hitte en overstromingen, op te vangen. Met het Programma Klimaatadaptatie 2020-2023 willen we klimaatadaptatie richtinggevend onderdeel maken van al het beleid. Een speerpunt voor dit bestuur, en een relatief nieuwe concernopgave die nog aan het begin staat van ontwikkeling. Niettemin weten we wat ons te doen staat: bewustwording en gedragsverandering aanjagen, concrete maatregelen faciliteren, regionale strategieën ondersteunen en kennis en monitoring versterken. Samen met de waterschappen, gemeenten en andere partners in de regio maatregelen nemen tegen wateroverlast, overstromingen, droogte en hitte. Klimaatadaptatie raakt vele andere beleidsterreinen. Het is een doorsnijdend onderwerp, vandaar dat we het centraal verankeren in ons beleid. Als we de handen ineenslaan, buigen we de klimaatadaptatie-opgave om tot kansen: nieuwe werkgelegenheid, behoud van een aantrekkelijk vestigingsklimaat en een fijne woonomgeving.

Sneller naar duurzame energie, voor iedereen

  • Energietransitie

Een duurzame, energiezuinige provincie met een betere luchtkwaliteit is geboden, willen wij en onze kinderen prettig in Utrecht kunnen blijven wonen en leven. Reden waarom de provincie de energietransitie versnelt, met aandacht voor de haalbaarheid en betaalbaarheid voor alle inwoners. Met het door uw Staten vastgestelde programma Energietransitie 2020-2025 sturen we primair op energiebesparing (verlaging van broeikasgasemissies) en opwekking van duurzame energie. Hiermee bouwen we voort op de ambities uit het coalitieakkoord en dragen we bij aan het bereiken van de klimaatakkoorddoelen.
Energiebesparing levert een directe bijdrage aan CO2-reductie, maar kent meerdere voordelen. Voor inwoners en bedrijven is het een kans om de energiekosten te verlagen, voor de bouw- en installatiesector een aanjager van werkgelegenheid en innovatie. Wij stimuleren en ondersteunen gemeenten, woningcorporaties en verenigingen van eigenaren om hun besparingsdoelstelling te behalen. Dit doen we zowel door het bieden van expertise, capaciteit en financiering als het ontwerpen van concrete gedragsinterventies en het opstellen van plannen van aanpak voor energieneutrale nieuwbouw. Samen met marktpartijen en gemeenten ontwikkelen we nieuwe innovatieve aanpakken om de verduurzaming van woningen ook voor minder draagkrachtigen mogelijk te maken. Ook worden toezicht en handhaving richting bedrijven systematisch opgeschaald en komt er meer ondersteuning bij energiebesparing voor maatschappelijke organisaties. 

Welke plekken geschikt zijn om duurzame energie met zonnepanelen of windmolens op te wekken, wordt onderzocht in 30 energieregio’s via het maken van Regionale Energiestrategieën (RES’en). De provincie Utrecht telt drie energieregio’s: regio U16, regio Foodvalley en de regio Amersfoort.

Met de uitvoering van de plannen van de RES'en zal de opwekking en beschikbaarheid van duurzame energie in Utrecht sterk toe gaan nemen. Op de korte termijn dragen wij bij aan de groei van duurzame energie-opwekking door de provinciale ondersteuningsaanpak voor zonnepanelen op daken van woonhuizen, bedrijven en agrarisch vastgoed en samenwerkingsverbanden in energiecoöperaties. Daarnaast onderzoeken we de mogelijkheden van duurzame warmtewinning en stimuleren we het gebruik van elektrische auto’s door te zorgen voor voldoende laadpunten met een goede spreiding.

Gezonde, veilige en duurzame mobiliteit

  • Bereikbaarheid I

De provincie Utrecht werkt aan een goede en duurzame bereikbaarheid in een gezonde en verkeersveilige omgeving. Een goede bereikbaarheid is een essentiële voorwaarde voor de groei van het aantal inwoners en bezoekers van de provincie en voor de regionale economie. We staan voor de uitdaging het mobiliteitssysteem binnen Utrecht slimmer te benutten en tegelijkertijd de kwaliteit van het bestaande systeem te verbeteren. De voorliggende meerjarenbegroting bevat ten opzichte van vorig jaar geen nieuwe beleidsvoornemens met financiële consequenties.

De regio Utrecht dreigt dicht te slibben. De fiets kan bijdragen aan de oplossing van dat probleem; fietsen voorkomt dat mensen voor kortere afstanden gebruikmaken van het wegennet. Daarom willen wij het fietsgebruik stimuleren. Hiervoor werken we aan een veilig, comfortabel en snel regionaal fietsnetwerk, met snelfietsroutes en voldoende stallingsplekken bij stations en bushaltes. In 2020 hebben we met de zestien U10-gemeenten een intentieovereenkomst getekend die voorziet in de planning en financiering van fietsprojecten tot 2023. Komend jaar willen we soortgelijke afspraken maken met de gemeenten uit de regio’s Amersfoort en Foodvalley. Bij de realisatie van zeven snelfietsroutes uit het Mobiliteitsprogramma 2019-2023 nemen we een stevige regierol, gericht op tekening van intentie- en uitvoeringsovereenkomsten. Doel is om van Utrecht dé fietsregio van Europa te maken. Een regio waar alle belangrijke werklocaties, middelbare scholen en knooppunten veilig, comfortabel en snel per fiets bereikbaar zijn.

We zetten we in op duurzame en slimme mobiliteit. Daar horen naast stimulering van de fiets en het OV het dynamisch regelen van het verkeer samen met andere wegbeheerders en het maken van afspraken met werkgevers en onderwijsinstellingen over slimmer verplaatsen bij. Dit doen we onder andere samen met het Rijk en de gemeenten Utrecht en Amersfoort in het programma Goed op Weg. De ervaringen die massaal worden opgedaan met thuiswerken tijdens de corona-crisis zijn in dat geval een kans. Onder ander voor het Utrecht Science Park kijken we samen met de gemeente Utrecht en gebiedspartijen naar die kansen.

Veilig, efficiënt en duurzaam beheer en onderhoud van wegen is essentieel voor het bereikbaar houden van de provincie Utrecht. Voor de ruim 300 kilometer provinciale wegen, parallelwegen en fietspaden gebeurt dit sober en doelmatig. Hiervoor hanteren we een multimodale,trajectgewijze aanpak waarbij niet alleen bereikbaarheid en veiligheid tellen, maar in toenemende mate ook leefbaarheid. Om een kwaliteitsverbetering op belangrijke knooppunten te realiseren, participeren wij in concrete projecten of treden wij op als trekker in de voorbereiding.

Utrecht, als een van de meest aantrekkelijke en economisch sterke gebieden van Nederland, is tevens de snelst groeiende regio van Nederland. Dit leidt tot een grote vraag naar nieuwe woon- en werklocaties en een sterke toename in regionale mobiliteit. Met het programma U Ned werken we aan een samenhangend pakket van maatregelen voor wonen, werken en bereikbaarheid. Hiervoor is ook nieuwe OV-infra nodig met nieuwe knooppunten. Tegelijk wordt het waardevolle groen gespaard, versterken we de biodiversiteit en dragen we bij aan de energietransitie, de circulaire samenleving en de inclusieve samenleving. Een mooi voorbeeld van onze integrale aanpak.

Ruim baan voor Openbaar Vervoer

  • Bereikbaarheid II

De verwachte groei van het aantal woningen en inwoners in Utrecht vraagt om een opschaling van het mobiliteitssysteem met grote investeringen. Om de steden en dorpen bereikbaar, leefbaar en veilig te houden, kiest de provincie voor verbetering van het openbaar vervoer. Doel is een afname van autoverkeer en een groei van het OV-gebruik met 20%.

In de slipstream van alle coronamaatregelen is het openbaar vervoer in onze provincie echter ingrijpend gewijzigd. Door de coronacrisis is het aantal reizigers fors gedaald en daarmee de reizigersopbrengsten. We verwachten in 2021 wel weer een verdere stijging van het aantal reizigers ten opzichte van het dieptepunt qua aantal reizigers in mei 2020 (op het dieptepunt vervoerden we gemiddeld hooguit nog 15% van het reguliere reizigersaanbod; inmiddels weer bijna 60% in september 2020). De verwachting is dat we nog enkele jaren nodig hebben om terug te keren op het niveau van voor de coronacrisis en misschien gaat dat niet helemaal gebeuren door onder meer de toename van thuiswerken. Als opdrachtgever voor het OV houdt de provincie doelbewust volgens landelijke afspraak het aanbod grotendeels in stand, om de beschikbaarheid van deze vitale dienst te borgen. Zo spannen we ons gezamenlijk met alle decentrale OV autoriteiten, de vervoerders en het Rijk in om het OV overeind te houden. In afwachting van de invulling van de door het Rijk tijdens Prinsjesdag genoemde compenserende maatregelen van het Rijk voor 2021 moeten OV- en regiotaxibedrijven in samenspraak met hun opdrachtgevers de komende tijd verkennen hoe ze ook voor de lange termijn in staat zijn om zo goed mogelijk aan hun contractuele verplichtingen te voldoen. Over eventuele noodzakelijke aanpassingen zijn wij met de vervoerders in goed gesprek. Begin 2021 zal hierover een  besluit genomen worden.

In de begroting 2020 en het meerjarenperspectief 2021-2023 is in totaal € 1 mln. gereserveerd voor een proef gratis OV buiten de spits voor ouderen. De proef stond gepland voor de periode 1 september 2020 tot eind 2021. Door de coronacrisis en de reisbeperkingen voor ouderen is de startdatum opgeschoven. Mocht de coronacrisis langer duren, dan wordt uitvoering van de proef voor een andere groep met smalle beurs overwogen. Het doel is immers het tegengaan van vervoersarmoede.

Een sterk aanbod van cultuur en erfgoed

  • Cultuur en erfgoed

Ons erfgoed en culturele voorzieningen zijn medebepalend voor ons gevoel van welzijn en onze identiteit. De provincie staat, samen met andere overheden en particuliere eigenaren, voor de maatschappelijke opgave ons waardevolle cultureel erfgoed toegankelijk te maken en in stand te houden, zodat zo veel mogelijk mensen ervan kunnen genieten.

De basis van de cultuursector is op orde, maar we zijn er nog niet. Met het nieuwe cultuur- en erfgoedprogramma Voor Jong & Altijd, dat in 2020 is vastgesteld, willen we de culturele infrastructuur versterken, vernieuwen en verbreden. Speciale aandacht gaat daarbij uit naar het verzorgen van cultuureducatie op scholen, het versterken van het bibliothekennetwerk en het ondersteunen van festivals met een artistieke missie. Samen met gemeenten en partnerorganisaties spannen we ons in om het Utrechtse cultuurprofiel te verstevigen. Kernwoorden hierbij zijn cultuurparticipatie, talentontwikkeling, regionale samenwerking en deskundigheidsbevordering. 

De coronacrisis noopt hier tot extra inspanningen. Door de lockdown zijn instellingen in grote problemen gekomen. Festivals worden uitgesteld of gaan niet door, (kasteel)musea en andere culturele instellingen zijn gesloten. Om hen te helpen, hebben we een steunpakket ingesteld met een totale omvang van zes miljoen euro, waarvan de laatste twee miljoen in 2021 beschikbaar komt. Ook gemeenten betalen en werken mee aan mee de steunmaatregelen, bestaande uit regelingen die op verschillende momenten worden opengesteld. Per regeling bepalen we aan de hand van diverse uitgangspunten welke culturele instellingen in aanmerking komen. Deze uitgangspunten kunnen bijvoorbeeld zijn: toekomstbestendigheid, regionaal belang en cultureel ondernemerschap. Het steunpakket is omvangrijk, maar helaas niet genoeg om de hele Utrechtse cultuur- en erfgoedsector te ondersteunen.

De Hollandse Waterlinies (Nieuwe Hollandse Waterlinie en Stelling van Amsterdam) vormen een prachtig groen gebied met spannende bouwwerken en tal van mogelijkheden voor recreatie, sport en ontspanning, gezondheid, lokale identiteit en prettig wonen. Als ‘karaktervolle drager van ruimtelijke kwaliteit’ van groot belang voor de leefbaarheid in de regio – juist in coronatijd. De provincie werkt aan het nieuwe programmaplan 2021-2024, dat voorziet in een kwalitatieve versterking van het gebied gekoppeld aan verbreding van de exploitatie. In 2021 hoopt de Nieuwe Hollandse Waterlinie op de UNESCO-werelderfgoedlijst te komen. Dit zal een belangrijke impuls geven aan de bescherming en het behoud van het erfgoed, levert aantrekkelijke toeristische locaties op en biedt economische en maatschappelijke kansen voor duurzame exploitatie.

Een sociale en gezonde economie

  • Economie

De provincie Utrecht werkt aan een sterke competitieve economische structuur met aantrekkelijke en toekomstbestendige voorzieningen voor bedrijven en werknemers.

De coronacrisis heeft veel impact op de arbeidsmarkt. Dit vraagt om flankerend beleid. Vermoedelijk veel mensen gaan hun baan verliezen, waarbij de ene sector harder wordt geraakt dan de andere. Er blijft echter volop vraag naar arbeid in de tekortsectoren, waaronder de techniek, zorg, het onderwijs en de IT. In de techniek bijvoorbeeld blijven vakmensen nodig om invulling te geven aan de energietransitie en de woningbouwopgaven. Als provincie monitoren we deze ontwikkelingen nauwgezet, eventueel opgevolgd door financiële steun aan ondernemers en Utrechters. In 2021 is onze inzet, naast de lopende inspanningen, vooral gericht op arbeidsmarktinterventies die als doel hebben vraag en aanbod bij elkaar te brengen. Hiertoe zoeken we actiever de samenwerking met de arbeidsmarktregio’s in onze provincie. Ook stimuleren we een goede samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven. Dat deden we al, maar is door de coronacrisis veel urgenter geworden.

De coronacrisis heeft in het onderwijs en bedrijfsleven wel gezorgd voor een versnelling van digitalisering, een cruciale factor in de economische ontwikkeling van de regio. Slimme innovatieve oplossingen op gebieden als mobiliteit, veiligheid, gezond leven en energie leiden tot nieuwe en aangepaste businessmodellen.

Over innovatie gesproken. Door innovatieve bedrijvigheid te stimuleren, houden we onze economie concurrerend. We richten ons daarbij op het vinden van innovatieve oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen. Dit hebben we met onze partners vastgelegd in de Regionaal Economische Agenda (REA), die de inhoudelijke basis vormt voor versterking van het regionaal economisch ecosysteem. Voor de uitvoering van de innovatieondersteuning hebben we een Regionale Ontwikkelingsmaatschappij opgericht. Speciale aandacht gaat daarbij uit naar startups en scale-ups. Zij vormen een belangrijke aanjager van de economie en het (internationale) vestigingsklimaat van onze regio, bovendien dragen ze bij aan innovatieve oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken. Samen met de gemeente Utrecht en Amersfoort, en met de incubators en accelerators uit het de regio werken we aan een samenhangend en sterk ecosysteem voor de toekomst.

In het komend jaar plannen gaan we met de ROM plannen maken hoe we organisaties kunnen ondersteunen in hun transitie naar een circulaire economie. Naar verwachting zijn in 2021 de eerste resultaten zichtbaar, met een positief effect op innovatieve bedrijven die zich richten op gezond stedelijk leven. Het gaat hierbij zowel om aantal bedrijven, werkgelegenheidseffect als om samenwerkingsverbanden rond maatschappelijke vraagstukken.

Een sterk, wendbaar en betrokken bestuur

  • Bestuur

De verschillende opgaven in hun volle omvang en samenhang maken de uitvoering in de provincie steeds complexer. Dit vraagt een sterk en wendbaar bestuur – lokaal én provinciaal – dat zich organiseert rondom maatschappelijke opgaven en zich snel kan aanpassen aan nieuwe omstandigheden. Zo’n bestuur is tegelijk doordrongen van de noodzaak tot samenwerking. De grote maatschappelijke opgaven houden zich immers niet aan gemeentelijke grenzen. Ze vergen regionale oplossingen.

Een krachtige provincie wil daarom graag samen met gemeenten en waterschappen werken aan de gemeenschappelijke opgaven waarvoor wij met elkaar gesteld worden. Hierbij is het van belang dat deze overheidsinstellingen slagvaardig, effectief en efficiënt samenwerken. Het nieuwe programma Sterk Utrechts Bestuur gaat hier invulling aan geven. Dit programma, dat vastgesteld wordt in 2021, draagt bij aan het succesvol realiseren van maatschappelijke opgaven ten behoeve van de gehele samenleving en leidt daarmee tot een kwalitatief beter openbaar bestuur op regionaal niveau. Tevens wil de provincie bezien op welke wijze bovengenoemd programma een bijdrage kan leveren aan de gevolgen van de effecten van COVID-19 als het gaat om de positie van decentrale overheden.

Een onderwerp waar we volgens planning uitvoering aan geven is de bestrijding van georganiseerde ondermijnende criminaliteit. In 2021 zetten we onverminderd in op de aanpak van ondermijning, zowel wat betreft de aanjaag- en netwerkfunctie in de regio als met het weerbaarder maken van onze eigen organisatie. Er is zelfs sprake van een intensivering. Een integrale aanpak is van belang, dus wordt de band met ketenpartners aangetrokken, onder meer in RIEC-verband. Beoogde acties voor 2021 zijn onder andere de organisatie van een tweede bijeenkomst voor notarissen en vastgoedprofessionals (eerder uitgesteld door coronamaatregelen), een betere benutting van de wet Bibob en opname van het thema ondermijning in het beleid voor vrijkomende agrarische bebouwing.
Corona heeft ons bestuurlijk niet ongemoeid gelaten. Minstens vier keer per jaar spreken we onze stakeholders over onze koers en werkwijze, waarbij wordt gereflecteerd op resultaten en samenwerking. Om bekende redenen kon deze bijeenkomst niet doorgaan. Het streven is om er in 2021 weer vier te organiseren.

Robuust financieel beleid en een doelmatige bedrijfsvoering

  • Overhead

Om efficiënt en effectief aan de bestuurlijke beleidsdoelen te kunnen werken, is een robuust financieel beleid en een doelmatige bedrijfsvoering nodig. De extra kosten die hieraan verbonden zijn, variëren per jaar. Voor dit begrotingsjaar noemen we het incidentele budget voor de intensivering en versnelling van de opgave digitale overheid en de kosten voor versnelling en verzwaring van de informatieveiligheid.

Ten slotte worden er aanvullende middelen gevraagd voor de nieuwe onkostenvergoeding woon-werkverkeer die vanaf 1 januari 2019 van kracht is, bedoeld om reizen met openbaar vervoer en fiets te stimuleren en het autogebruik terug te dringen. Deze regeling blijkt een succes, waardoor meer medewerkers op de fiets naar het werk toe komen. Dit succes heeft als keerzijde dat de regeling structureel meer kost dan in de begroting is voorzien. Overigens wordt in 2021 opnieuw gekeken naar de vergoedingen voor woon-werkverkeer in relatie tot het thuiswerken.

Naast het bovenstaande wordt binnen de organisatie geanticipeerd op komende externe ontwikkelingen. Zo zal het College naar aanleiding van een wetswijziging met ingang van het boekjaar 2021 in de jaarrekening verantwoording afleggen over de rechtmatigheid.  In de rechtmatigheidsverantwoording wordt ingegaan op de mate waarin de provincie rechtmatig heeft gehandeld. Daarnaast wordt in de paragraaf bedrijfsvoering opgenomen op welke wijze eventuele onrechtmatigheden in de toekomst worden voorkomen. Het huidige rechtmatigheidsoordeel van de externe accountant komt hiermee te vervallen. Aangezien de rechtmatigheidsverantwoording onderdeel uitmaakt van de jaarrekening zal de accountant aandacht blijven besteden aan dit onderwerp en dit betrekken in zijn oordeel.
In voorbereiding op deze wijziging is, in lijn met het coalitieakkoord, reeds in 2020 gestart met de versterking van de verbijzonderde interne controle. In 2021 wordt hier verder op ingezet, zodat de provincie tijdig tot een robuuste rechtmatigheidsverantwoording kan komen.

Deze pagina is gebouwd op 11/23/2020 15:13:47 met de export van 11/23/2020 15:04:57