Hoofdstuk 4: Financiële begroting

4.3 Verschillenanalyse programma's

Verschillenanalyse Begroting 2021 ten opzichte van Rekening 2019 en Begroting 2020

2019

2020

2021

Verschil 2019

Verschil 2020

1. Ruimtelijke ontwikkeling

12.854

17.700

20.457

7.603

2.757

2. Landelijk gebied

53.135

63.525

64.095

10.960

571

3. Bodem, water, milieu

19.356

29.371

26.095

6.739

-3.276

4. Energietransitie

1.770

6.119

8.880

7.110

2.761

5. Bereikbaarheid I - Algemeen

65.516

86.832

80.994

15.478

-5.838

6. Bereikbaarheid II - Openbaar Vervoer

130.873

154.717

157.568

26.695

2.851

7. Cultuur en erfgoed

26.590

29.074

22.575

-4.015

-6.499

8. Economie

15.423

21.807

14.695

-728

-7.112

9. Bestuur

20.066

14.876

15.182

-4.884

306

10. Overzicht overhead

49.062

59.592

54.434

5.372

-5.158

1. Ruimtelijke ontwikkeling

115

90

709

594

619

2. Landelijk gebied

2.224

1.621

1.471

-753

-150

3. Bodem, water, milieu

6.868

6.030

1.488

-5.380

-4.542

4. Energietransitie

26

0

0

-26

0

5. Bereikbaarheid I - Algemeen

9.268

5.900

1.654

-7.614

-4.246

6. Bereikbaarheid II - Openbaar Vervoer

126.399

29.101

22.871

-103.528

-6.230

7. Cultuur en erfgoed

2.943

2.543

0

-2.943

-2.543

8. Economie

1.610

1.661

4.729

3.119

3.068

9. Bestuur

3.261

365

322

-2.939

-43

10. Overzicht overhead

10.569

2.135

3.424

-7.145

1.289

Tabel: Verschillenanalyse Begroting 2021

Conform het BBV (artikel 19b) dienen in de toelichting op het 'Overzicht van lasten en baten' de aanmerkelijke verschillen te worden toegelicht. Via onderstaande toelichting wordt aan de verplichting invulling gegeven. Eerst worden de aanmerkelijke verschillen ten opzichte van de Begroting 2020 toegelicht, en vervolgens ten opzichte van de Jaarrekening 2019.

Toelichting verschillen ten opzichte van Begroting 2020

De Begroting 2021 kent een lastensaldo dat € 18,6 mln. lager is ten opzichte van de Begroting 2020. Enkele verklaringen hiervoor zijn als volgt:

  • Door het adaptief begroten, zoals ook is toegelicht in het inleidende hoofdstuk 1 van deze begroting, is reeds rekening gehouden met een vertragingsfactor bij de besteding van de materiële middelen in het begrotingsjaar 2021;
  • In programma 5. Bereikbaarheid I - Algemeen zijn de kosten van beheer en onderhoud (vaar)wegen geactualiseerd op basis van de meerjarenonderhoudsraming;
  • In programma 7. Cultuur en erfgoed zijn ten opzichte van 2020 lagere lasten begroot voor het noodfonds corona en lagere lasten voor erfgoedparels;
  • In programma 8. Economie zijn in 2020 lasten geraamd die verrekend worden met de daarvoor ingestelde bestemmingsreserve Cofinancieringsfonds, terwijl dat in 2021 niet het geval is;
  • Voor 10. Overzicht Overhead geldt dat in 2020 diverse extra, incidentele middelen zijn toegekend voor de ontwikkeling en versterking van de provinciale organisatie terwijl die in 2021 niet meer zijn begroot.

De Begroting 2021 kent een batensaldo dat € 12,7 mln. lager is ten opzichte van de Begroting 2020. De belangrijkste hiervoor zijn als volgt:

  • In programma 5. Bereikbaarheid I - Algemeen is een incidentele rijksbijdrage voor het project Locomotiefstraat in 2020 ontvangen welke dus niet meer in 2021 wordt begroot;
  • In programma 6. Bereikbaarheid II - Openbaar Vervoer zijn de decentralisatie uitkeringen die via het provinciefonds worden ontvangen niet langer begroot in het beleidsprogramma maar, conform voorschriften in het BBV, bij de Algemene middelen.

Toelichting verschillen ten opzichte van Jaarrekening 2019

De Begroting 2021 kent een lastensaldo dat € 70,3 mln. hoger is dan de realisatie in de Jaarrekening 2019. Enkele verklaringen hiervoor zijn als volgt:

  • In algemene zin geldt dat diverse intensiveringen en nieuwe beleidsvoornemens meerjarig zijn verwerkt vanuit de Begroting 2020 en de Kaderbrief 2021-2024, die in 2019 nog niet begroot waren. Het in de Begroting 2020 gepresenteerde overzicht laat zien dat er toen ruim € 60 mln. aan hogere lasten is geraamd;
  • Meer financieel-technisch van aard zijn de hogere lasten in de programma's van Bereikbaarheid waar hogere kapitaallasten zijn geraamd dan in 2019, doordat diverse investeringsprojecten zijn geactiveerd. Daarnaast kent de besteding van onderhoudslasten een fluctuerend verloop door de jaren heen, wat leidt tot aanmerkelijke verschillen.

De Begroting 2021 kent een batensaldo dat € 126,6 mln. lager is dan de realisatie in de Jaarrekening 2019. De belangrijkste verklaring voor deze afname is dat, in navolging van voorschriften van het BBV, de decentralisatie uitkeringen niet langer in de beleidsprogramma's van Bereikbaarheid en Cultuur en erfgoed worden gepresenteerd maar bij de Algemene middelen.

Deze pagina is gebouwd op 11/23/2020 15:13:47 met de export van 11/23/2020 15:04:57