De totale vaste beheer- en onderhoudskosten van de openbaar vervoer assets zien er als volgt uit:
Vaste Kosten | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|---|---|
Trammaterieel | 4.919.000 | 6.470.000 | 6.470.000 | 6.470.000 | 6.470.000 |
Infrastructuur | 5.122.000 | 8.074.000 | 8.074.000 | 8.074.000 | 8.074.000 |
Telematica | 1.353.000 | 1.064.000 | 1.019.000 | 1.019.000 | 1.019.000 |
Gebouwen | 510.000 | 980.000 | 980.000 | 980.000 | 980.000 |
Haltes | 470.000 | 721.000 | 721.000 | 721.000 | 721.000 |
Overige kosten | 1.112.000 | 605.000 | 605.000 | 605.000 | 605.000 |
Totaal | 13.486.000 | 17.914.000 | 17.869.000 | 17.869.000 | 17.869.000 |
Ten opzichte van het MOP 2020 nemen de vaste kosten van het beheer en onderhoud van de OV-assets aanzienlijk toe, met bijna € 4,5 miljoen per jaar. Dat heeft om te beginnen een technische achtergrond, namelijk een herverdeling tussen de vaste en variabele kosten. Alle jaarlijkse kosten worden nu beschouwd als vaste kosten, terwijl vorig jaar het correctief onderhoud nog onder de variabele kosten werd meegenomen. Als variabele kosten worden nu de kosten beschouwd die niet jaarlijks aan de orde zijn. De verschuiving van variabele kosten heeft een omvang van ruim € 2,2 miljoen.
Daarnaast is er sprake van kostenverhogingen als gevolg van de vernieuwing van het tramsysteem of specifieke oorzaken. De belangrijkste verklaringen zijn:
- € 700.000 extra voor het energiegebruik
- € 575.000 extra voor het geïntensiveerde onderhoud aan de trams
- € 500.000 extra voor divers onderhoud aan de infrastructuur, waaronder het servicecontract voor de assentellers en het dagelijks beheer van de kunstwerken op de Uithoflijn.
- € 400.000 extra voor de schoonmaak van de werkplaats en uitbreiding van het areaal gebouwen
Variabele Kosten | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|---|---|
Trammaterieel | 2.179.000 | 460.000 | 350.000 | 250.000 | 250.000 |
Infrastructuur | 1.850.000 | 800.000 | 400.000 | 400.000 | 400.000 |
Telematica | 100.000 | 640.000 | 250.000 | 250.000 | 250.000 |
Gebouwen | 140.000 | 400.000 | 100.000 | 100.000 | 100.000 |
Haltes | 276.000 | 0 | 100.000 | 100.000 | 100.000 |
Overige kosten | 0 | 1.052.000 | 250.000 | 250.000 | 250.000 |
Totaal | 4.545.000 | 3.352.000 | 1.450.000 | 1.350.000 | 1.350.000 |
De variabele kosten nemen af ten opzichte van 2020 als gevolg van de hiervoor genoemde herverdeling van variabele naar vaste kosten. Daarbij dient nog aangetekend dat onder de overige kosten juist sprake is van een toename van de variabele kosten met ruim € 1 miljoen. Die kosten zijn vorig jaar voor een belangrijk deel als vaste kosten beschouwd.
In 2021 zijn er voor ca. € 3,4 miljoen aan variabele kosten. Voor een belangrijk deel hangen die variabele kosten samen met optimalisaties van het tramsysteem na de gerealiseerd projecten Uithoflijn, VRT (Vernieuwing Regionale Tram) en de nieuwe tramremise.
De toekomstige variabele kosten, waaronder het groot onderhoud aan alle assets, zijn nu nog slechts globaal geraamd. In het Beheerplan Wet lokaal spoor 2021 is vastgelegd dat in 2021 een gedetailleerde meerjarenraming wordt gemaakt op basis van de bij de afronding van de projecten beschikbaar gekomen asset-informatie.
De totale kosten voor het beheer en onderhoud van de OV-assets bedragen:
Totale Kosten | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|---|---|
Trammaterieel | 7.098.000 | 6.930.000 | 6.820.000 | 6.720.000 | 6.720.000 |
Infrastructuur | 6.972.000 | 8.874.000 | 8.474.000 | 8.474.000 | 8.474.000 |
Telematica | 1.453.000 | 1.704.000 | 1.269.000 | 1.269.000 | 1.269.000 |
Gebouwen | 650.000 | 1.380.000 | 1.080.000 | 1.080.000 | 1.080.000 |
Haltes | 746.000 | 721.000 | 821.000 | 821.000 | 821.000 |
Overige kosten | 1.112.000 | 1.657.000 | 855.000 | 855.000 | 855.000 |
Totaal | 18.031.000 | 21.266.000 | 19.319.000 | 19.219.000 | 19.219.000 |
De totale baten op de OV-assets bedragen in 2021 €10.600.000. De baten bestaan voornamelijk uit de verhuur van de trams aan de concessiehouder (€ 9,8 miljoen), en de huur- en servicekosten van de gebouwen (€ 0,5 miljoen). Deze posten staan elders op de begroting, omdat ze gerelateerd zijn aan de concessie U-OV en de daarin te verlenen exploitatiebijdrage. Hogere inkomsten en twee specifieke inkomstenposten, namelijk de beheerwerkzaamheden die de provincie in de nabijheid van de trambaan uitvoert voor andere partijen en de schade-uitkeringen, worden verrekend in het MOP.
In de meerjarenbegroting van de provincie is jaarlijks € 17,3 miljoen gereserveerd voor het beheer en onderhoud van de OV-assets. Na verrekening van de hiervoor genoemde inkomstenposten moet in 2021 € 3.352.000 worden onttrokken aan de reserve Beheer en Onderhoud Openbaar Vervoer. Hierdoor daalt het saldo in de reserve naar € 359.000.
De vernieuwing van het tramsysteem, uitbreiding van het areaal, en algemene kostenstijging, zorgen ervoor dat de kosten niet meer in evenwicht zijn met de in de meerjarenbegroting gereserveerde middelen. Er is sprake van een structurele budgetoverschrijding waarbij de vaste jaarlijkse kosten voor het beheer en onderhoud van de OV-assets de middelen in de meerjarenbegroting overschrijden, zonder dat nog rekening is gehouden met het groot onderhoud en de variabele kosten. Welke consequenties daaraan verbonden moeten worden wordt geanalyseerd in een herziening van de Nota Kapitaalgoederen Mobiliteit 2018. Deze herziening zal in 2021 plaatsvinden voor de begrotingscyclus 2022. De hiervoor genoemde meerjarenplanning en -raming van het beheer en onderhoud vormt daarvoor de grondslag.