Hoofdstuk 3: Paragrafen

3.4 Financiering

Borg- en garantstelling (gebaseerd op artikel 7:850 e.v. van het Burgerlijk wetboek) zijn beide middelen om wederpartijen een extra vorm van zekerheid te bieden dat een geldvordering voldaan zal worden. Een borgstelling kan pas worden ingeroepen als de schuldenaar niet aan zijn verplichtingen voldoet. Een garantstelling wordt afgesloten in een overeenkomst en daarin worden de condities opgenomen wanneer de garantstelling door de schuldeiser wordt ingeroepen en de voorwaarden die op de garantstelling van toepassing zijn. Voor een garantstelling wordt gekozen wanneer financiers niet bereid zijn (volledige) financiering te verstrekken onder voorwaarde passend bij het maatschappelijk gewenste resultaat, zonder een garantstelling.

In de nota Financieringsbeleid is de grens van het garantieplafond bepaald op € 40 miljoen (=resterende aandeel
provincie in garantstelling basis jaarrekening n-1). Dit plafond kan door PS worden bijgesteld.
De ontwikkeling van de huidige staat van gewaarborgde leningen hieronder weergegeven


Bij SETU is voor de jaren na 2021 vermeld met het maximale bedrag waarvoor de provincie garant zou kunnen staan.

Energietransitie
Om de doelstellingen uit het Klimaatakkoord te halen is een transitie nodig naar andere energiebronnen, tezamen met een grootschalige energiebesparing. De ambitie van de provincie is om in 2040 energieneutraal te zijn. Dat betekent dat in 2040 in de provincie de vraag naar energie even groot is als het aanbod aan duurzame energie. Om dit te kunnen realiseren is een instrumentarium ontwikkeld. Eén van de instrumenten binnen het programma Energietransitie is het afgeven van garantstellingen. Vanaf 2020 zullen naar verwachting in het kader van de energietransitie meerdere garantstellingen worden afgegeven. De verwachting is dat het garantieplafond van € 40 mln. niet wordt overschreden.

Deze pagina is gebouwd op 11/23/2020 15:13:47 met de export van 11/23/2020 15:04:57