4.4 Meerjarig beeld incidenteel en structureel

4.4.2 Toelichting op incidentele lasten en baten

De Commissie-BBV heeft de stellige uitspraak gedaan dat een toelichting op de in het overzicht van incidentele lasten en baten opgenomen bedragen vereist is. Dit geeft uw Staten namelijk het inzicht om te beoordelen of dergelijke posten terecht zijn aangemerkt als incidenteel, aangezien in het BBV daar geen scherpe definitie voor is opgenomen.
Voor de posten groter dan € 1 miljoen wordt een afzonderlijke toelichting opgenomen.

Algemeen
In het overzicht van de incidentele lasten zijn diverse negatieve bedragen opgenomen. Dit is een gevolg van de keuze om adaptief te begroten, wat heeft geresulteerd in een vertragingsfactor van gemiddeld 2% over alle materiële budgetten. In veel gevallen is deze vertragingsfactor omwille van administratieve eenvoud opgenomen onder het eerste beleidsdoel van elk beleidsprogramma. In de loop van het jaar zal duidelijk worden waar de vertraging optreedt en welke middelen daarmee gemoeid zijn.

Reserves
De stortingen in en onttrekkingen aan de reserves die in de diverse programma's zijn gepresenteerd zijn altijd incidenteel conform de uitspraak van de Commissie-BBV. Enige uitzondering hierop in onze begroting betreft de onttrekking aan de reserve kapitaallasten van de Uithoflijn, welke is toegelicht in de volgende paragraaf.

Programma 1. Ruimtelijke ontwikkeling

  • In het jaar 2021 is bij beleidsdoel 1.1 een bedrag groter dan € 1 mln. De begrote lasten hebben betrekking op de implementatie van de Omgevingswet. Omdat dit een specifieke einddatum kent, zijn de lasten als incidenteel aangemerkt.
  • De in beleidsdoel 1.2 begrote lasten én baten houden verband met de administratieve verwerking van Hart van de Heuvelrug/Vliegbasis Soesterberg.  Vanwege de programmatische aanpak en bijbehorende einddata zijn zowel de baten als lasten als incidenteel aangemerkt.
  • De in beleidsdoel 1.3 begrote middelen betreffen voor de jaren 2021-2023 de Regiodeal Vitale Wijken U16 en aanpak in Amersfoort, inclusief een kasritme bijstelling in 2021 die in de Zomernota 2020 aan uw Staten is gemeld. Daarnaast is t/m 2024 een jaarlijks bedrag van € 3,8 mln. opgenomen voor het Programma Binnenstedelijke ontwikkeling. Beide onderwerpen zijn toegelicht in de Kaderbrief 2021-2024 en worden vanwege de programmatische aanpak en bijbehorende einddata als incidentele lasten aangemerkt.

Programma 2. Landelijk gebied

  • De bij beleidsdoel 2.1 opgenomen incidentele lasten worden gevormd door de extra impuls voor natuur in de groene contour, zoals door uw Staten is vastgesteld in de begroting 2020. Vanwege de einddatum medio 2024 worden de lasten aangemerkt als incidenteel. Daarnaast zijn er lasten opgenomen voor he ontwikkelen van het natuurnetwerk via het Programma Agenda Vitaal Platteland. Vanwege de verrekening van de lasten met de daarvoor ingestelde bestemmingsreserve worden deze lasten als incidenteel aangemerkt.
  • De bij beleidsdoel 2.2 opgenomen incidentele lasten zijn opgebouwd uit verschillende type lasten. Voor de jaren 2021 en 2022 is er jaarlijks ruim € 1 mln. begroot aan proceskosten en werkbudget aanpak stikstofdossier, zoals ook toegelicht in de Kaderbrief 2021-2024. Voor de jaren 2021-2023 is er jaarlijks € 1,26 mln. begroot voor de programmatische aanpak van invasieve exoten. Daarnaast zijn er t/m 2023 jaarlijks lasten geraamd voor de Realisatiestrategie Natuur (RSN), die vanwege de verrekening met de daarvoor ingestelde bestemmingsreserve worden aangemerkt als incidentele lasten.
  • In de jaren 2021-2023 is bij beleidsdoel 2.4 een jaarlijkse last begroot van € 2,5 mln. Dit betreft de bijdrage aan de Regiodeal Foodvalley, zoals door uw Staten is vastgesteld in de begroting 2020. Vanwege de afgebakende periode en het totaalbedrag (€ 10 mln.) zijn deze lasten als incidenteel aangemerkt.
  • De overige bij dit beleidsdoel 2.4 begrote incidentele lasten hebben enerzijds betrekking op de cofinanciering van EU-gelden transitie landbouw. Voor de jaren 2021-2022 wordt voorgesteld om incidenteel extra middelen toe te kennen, zoals ook is toegelicht in de Kaderbrief 2021-2024. Anderzijds betreft dit begrote middelen voor het programma Agenda Vitaal Platteland. Vanwege de verrekening van de lasten met de daarvoor ingestelde bestemmingsreserve worden deze lasten als incidenteel aangemerkt.

Programma 3. Bodem, water, milieu

  • De bij beleidsdoel 3.1 opgenomen lasten die groter zijn dan € 1 mln. betreffen de middelen voor het Programma Klimaatadaptatie, zoals is toegelicht in de Kaderbrief 2021-2024. Vanwege de programmatische aanpak en bijbehorende einddata zijn deze lasten als incidenteel aangemerkt.
  • In het jaar 2022 is bij beleidsdoel 3.4 een last begroot van € 3 mln. voor het ondergronds brengen van hoogspanningskabels. Dit betreft een eenmalige subsidie die als incidenteel wordt aangemerkt.
  • De overige bij dit beleidsdoel 3.4 begrote incidentele lasten hebben met name betrekking op de inzet van erfcoaches en het versnellen van de aanpak van asbestdaken. Die middelen zijn toegekend bij de door uw Staten vastgestelde begroting 2020. De einddatum van dit project is medio 2024 en om die reden als incidenteel aangemerkt.

Programma 4. Energietransitie

  • In de jaren 2021-2023 is een jaarlijks fluctuerende last begroot bij beleidsdoel 4.2, dat is toegekend bij de door uw Staten vastgestelde begroting 2020. Dit betreft incidentele lasten voor het afdekken van de onrendabele top bij energie-opwekking bij eigen infrastructuur.
  • In de jaren 2021-2024 is een jaarlijks fluctuerende last begroot bij beleidsdoel 4.3. Dit betreft de in de Kaderbrief 2021-2024 voorgestelde incidentele middelen voor financieringsinstrumenten inclusieve energietransitie en het participeren in energie-innovatietrajecten. Vanwege de afgebakende periode en het bijbehorende programmaplan, zijn deze middelen als incidenteel aangemerkt.

Programma 5. Bereikbaarheid I - Algemeen

  • In de jaren 2021-2024 is een jaarlijks fluctuerende last begroot bij beleidsdoel 5.1 dat betrekking heeft op onderhoud. Deze lasten worden verrekend met de daarvoor ingestelde bestemmingsreserve, en om die reden als incidenteel aangemerkt.
  • In de jaren 2021-2023 is een jaarlijks fluctuerende last begroot bij beleidsdoel 5.3 van in totaal bijna € 29 mln. Dit betreft reeds in de begroting 2020 toegekende extra incidentele middelen voor verbetering van het regionale fietsnetwerk.
  • In de jaren 2021-2024 is een jaarlijkse last begroot bij beleidsdoel 5.8 van € 8,5 mln. Dit bedrag volgt uit het Mobiliteitsprogramma 2019-2023 waarin budgetten zijn opgenomen voor het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) OV. Oorsprong van deze post zit in oude coalitie afspraken die vertaald zijn in het oude mobiliteitsprogramma en doorgezet zijn in het huidige mobiliteitsprogramma. De afspraak over het aanvullend budget loopt tot en met 2028. Door deze afspraak wordt deze post als incidenteel aangemerkt.
  • De resterende begrote lasten op beleidsdoel 5.8 worden verrekend met de reserve Mobiliteitsprogramma en om die reden als incidenteel aangemerkt.

Programma 6. Bereikbaarheid II - Openbaar Vervoer

  • In de jaren 2021-2023 is een bedrag van jaarlijks ruim € 10 mln. opgenomen aan lasten en baten voor de regiotaxi. Medio 2024 worden deze werkzaamheden niet meer via de provincie uitgevoerd maar door de gemeenten zelf. Daardoor kennen deze lasten en baten een einddatum, waardoor ze als incidenteel gekenmerkt worden.
  • In de jaren 2021-2024 is een bedrag opgenomen van jaarlijks € 4,95 mln. aan onderhoud voor het openbaar vervoer. Deze last is als incidenteel aangemerkt, omdat tegenover deze lasten de baten staan vanuit de decentralisatie uitkering Verkeer en Vervoer die een einddatum heeft van 2033. Deze baten staan, cf. voorschriften uit het BBV, gepresenteerd bij de Algemene middelen.
  • In de jaren 2021-2023 is in totaal een bedrag opgenomen van ruim € 19 mln. Dit betreft reeds in de begroting 2020 toegekende extra incidentele middelen voor exploitatie regionaal busvervoer en betere doorstroming.

Programma 7. Cultuur en erfgoed

  • De in het jaar 2021 opgenomen last bij beleidsdoel 7.1 omvat het voorgestelde incidentele corona-steunpakket, zoals is toegelicht in de Kaderbrief 2021-2024.
  • De in de jaren 2021-2023 opgenomen last bij beleidsdoel 7.3 betreft jaarlijks € 2 mln. voor het programma Nieuwe Hollandse Waterlinie (NHW), dat is toegekend bij de door uw Staten vastgestelde begroting 2020. Vanwege de programmatische aanpak en afgebakende periode wordt dit aangemerkt als een incidentele last.

Programma 8. Economie

  • De in het jaar 2021 opgenomen last en baat bij beleidsdoel 8.5 betreft het programma Recreatie om de Stad Utrecht (RodS). Vanwege de einddatum van dit programma worden de lasten/baten aangemerkt als incidenteel.

Programma 9. Bestuur
In dit programma zijn geen bedragen opgenomen groter dan € 1 miljoen euro.

10. Overzicht Overhead

  • De in de jaren 2021 en 2022 opgenomen bedragen bij beleidsdoel 10.2 betreffen incidenteel toegekend exploitatiebudget voor de I-opgave, zoals is toegelicht in de Kaderbrief 2021-2024.

Algemene middelen

  • De vanuit het Rijk te ontvangen decentralisatie uitkering Verkeer en Vervoer van € 4,95 mln. kent een looptijd t/m 2033 en wordt om die reden als incidentele baat gepresenteerd.
Deze pagina is gebouwd op 11/23/2020 15:13:47 met de export van 11/23/2020 15:04:57