Bijlagen

Meerjarig Investeringenplan (MIP) Mobiliteit

Voor u ligt het Meerjarig Investeringen Plan Mobiliteit (MIPM) van de provincie Utrecht. Het MIPM betreft de periode 2021-2025 met een doorkijk op jaarniveau naar 2025 en de periode 2026 tot 2030 [1]. In het MIPM staan alle projecten die de provincie in voorbereiding en uitvoering heeft ter verbetering van de provinciale infrastructuur ten behoeve van mobiliteit. Het MIPM is een voortschrijdend Plan dat jaarlijks wordt herzien.

Provinciale Staten (PS) hebben om meer kaderstelling en inzicht gevraagd in het totaal van investeringen en de hiermee samenhangende beheerlasten op de provinciale begroting. Op 6 november 2017 is door PS de “Nota investeren, waarderen en exploiteren” (verder nota investeren) vastgesteld. In onderstaand overzicht is de samenhang tussen de nota investeren, de nota kapitaalgoederen en het voorliggend Meerjarig Investeringen Plan (MIP) in beeld gebracht:

Voorgaande geeft aan dat het meerjarig investeringen Plan (MIPM) en het meerjarig–onderhoud Plan (MOPM) een uitwerking zijn van de nota kapitaalgoederen. Deze plannen zijn met ingang van 2019 opgenomen bij de begroting 2020 en vervolgens vinden actualisaties plaats bij de Zomernota.

[1] In paragraaf 6 ‘Prognose kapitaallasten’ zijn de kapitaallasten voor de gehele afschrijvingsperiode inzichtelijk gemaakt op jaarniveau.

Mobiliteitsbeleid en positie MIPM

De provincie heeft als regionale overheid en (vaar)wegbeheerder in Utrecht, samen met gemeenten, het Rijk en de waterschappen, een specifieke rol in het bieden van een goede en veilige bereikbaarheid en het voorsorteren op toekomstige ontwikkelingen.

De provincie vervult verschillende taken vanuit verschillende rollen :

  • Ontwikkeling van visie op regionale mobiliteit
  • Eigenaar en ontwikkelaar van provinciale wegen
  • Opdrachtgever voor het openbaar vervoer
  • Eigenaar en ontwikkelaar van het tramsysteem
  • Regierol bij regionale verkeer- en vervoeraangelegenheden
  • Pleitbezorger van de wensen van de provincie en de regio op verkeers- en vervoergebied richting Kabinet, Tweede Kamer en Europa.

De toekomst zal heel andere eisen aan onze infrastructuur stellen. Trends in mobiliteit, zelfrijdende auto’s en elektrisch vervoer maken dat we ook op het gebied van infra moeten innoveren. Samen met anderen overheden, kennisinstellingen, marktpartijen en gebruikers moeten we oplossingen vinden voor de grote uitdagingen waar we voor staan. We hebben op veel vlakken een gezamenlijk belang. Samen bouwen we aan de bereikbaarheid, leefbaarheid en verkeersveiligheid van en in de provincie Utrecht.

De provinciale Mobiliteitsvisie bevat de lange termijn doelen om de unieke verbindende knooppuntpositie van onze provincie goed te laten functioneren en beschrijft welke rol wij op ons nemen om deze doelen te realiseren, zonder dit af te wentelen op toekomstige generaties en andere gebieden. De positie van de mobiliteitsvisie wordt op termijn overgenomen door de Omgevingsvisie. De visie wordt iedere vier of vijf jaar geconcretiseerd in een Mobiliteitsprogramma waarin is verwoord welke inzet (op kortere termijn) nodig is en welke samenhang deze hebben met de lange termijn doelen. Een visie met planhorizon 2028 geeft richting aan ontwikkelingen die meer tijd vergen dan één coalitieperiode. Een flexibel uitvoeringsprogramma is in staat in te spelen op veranderende omstandigheden en kan aansluiten bij samenwerkingsverbanden met andere partijen in specifieke programma’s (zoals U Ned of VERDER). Onderstaand is weergegeven hoe deze producten op elkaar volgen.

Het Mobiliteitsprogramma 2019-2023 is een uitwerking van de Mobiliteitsvisie, voor de periode tot en met 2023 met een doorkijk tot 2028. Veilige en goede doorstroming staan in dit programma centraal. In dit programma zijn de doelstellingen uit de Mobiliteitsvisie voor de komende jaren vertaald naar streefwaarden.

Het Mobiliteitsprogramma is opgebouwd volgens de doelstellingen in de Mobiliteitsvisie. In het vervolg van dit programma volgt per doelstelling en bijbehorende essentiële onderdelen een uitwerking. Per hoofdstuk worden een of meerdere doelstellingen uitgewerkt, gevolgd door een overzicht van de actielijnen per onderdeel. Deze actielijnen zijn de basis voor uitvoeringsprogramma’s. Uit deze uitvoeringsprogramma’s volgen de projecten die onderdeel worden van het MIPM.

De uitvoeringsprogramma zijn eind 2019 vastgesteld door Gedeputeerde Staten. In deze programma’s zijn de strategische beleidsdoelen verder uitgewerkt in tactische beleidsdoelen op basis waarvan de operationele uitwerking in projecten, bijdragen en subsidies en andere activiteiten heeft plaatsgevonden.

Deze pagina is gebouwd op 11/23/2020 15:13:47 met de export van 11/23/2020 15:04:57