Overzicht Verbonden partijen

Gemeenschappelijke regeling

Utrecht

Van elk GS is er één gedeputeerde lid. Gezamenlijk zijn zij opdrachtgever van het orgaan (de siteholder).

Provincie Noord-Holland, provincie Gelderland en provincie Noord-Brabant

De siteholder coördineert, of draagt zorg voor de uitvoering van de volgende taken:a)   afstemming en communicatie; b)   het stimuleren en controleren van de bescherming; c)   het opstellen, actualiseren en uitvoeren van het managementplan; d)   de verantwoording naar het Rijk; e)   het nakomen van de rapportageverplichtingen naar UNESCO;f)   het ondersteunen en faciliteren voor beschikbaar krijgen van voldoende middelen; g)   het bevorderen van visievorming ten behoeve van strategieën; h)   het stimuleren van kennisuitwisseling en expertise;i)   het tijdig identificeren van en reageren op bedreigingen en ontwikkelingen;j)   draagvlak, kennisverspreiding en promotie; k)   eerste aanspreekpunt voor nationale overheden.

Publiek belang voor het instandhouden van het werelderfgoed.

Voor de invulling van het siteholderschap is structureel en gezamenlijk budget nodig. Het totale budget voor het siteholderschap is op basis van de te verwachten taken en de ervaringen met de huidige samenwerking (Linieteam/Liniecommissie}, geraamd op maximaal € 1 miljoen per jaar. De bijdrage per provincie is bepaald op grond van de financiële verdeelsleutel 30%- 30%- 30%- 10%. De provincies Utrecht, Gelderland en NoordHolland dragen elke voor 30% bij en Noord-Brabant voor 10%. Als de nominatie succesvol verloopt, is dit bedrag structureel nodig vanaf 2021. Deze structurele bijdrage van maximaal € 300.000,- wordt gedekt uit de € 0,5 miljoen structurele begrotingsmiddelen voor de Nieuwe Hollandse Waterlinie en Stelling van Amsterdam

Momenteel is door de corona problematiek onduidelijk wanneer het werelderfgoedcomité bij elkaar komt om over de nominatie te besluiten. Hierdoor weten we niet wanneer het "Gemeenschappelijk Orgaan HollandseWaterlinies" van start gaat. Het besluit kan er ook nog toe leiden dat er geen UNESCO toekenning plaats vindt.